De belangrijkste fout die de behandelende artsen in de documentaire “Het meisje dat niet wilde sterven” hebben gemaakt is niet zozeer dat ze het meisje Carina hersendood hebben verklaard, want dat hebben ze nooit gedaan. Het was slechts een prognose, waar ze hardnekkig in geloofden, op onterechte gronden. Dat had nog geen vreselijke gevolgen hoeven te hebben behalve dan dat het hun volgende handelingen waarschijnlijk heeft beïnvloed. De echte fout die hen valt aan te rekenen is het, misschien om die reden, verwijderen van de drain zodat de hersendruk gevaarlijk opliep en het stoppen van de beademing zodat de zuurstofsaturatie onder een kritiek minimum raakte. De kans was levensgroot dat dit wel degelijk hersendood tot gevolg zou hebben gehad. Als dat zou zijn gebeurd dan was deze documentaire gewoon een verhaal over hersendood geweest en zou misschien niemand op het idee gekomen zijn dat deze ‘hersendood’ niet nodig was geweest.
Het blijkt dus te gaan om inschattingsfouten van artsen. Dat komt nu eenmaal voor. Op de website van de EO “De vijfde dag” wordt Erwin Compagne geïnterviewd die zegt dat dit in Nederland niet kan voorkomen. Want wij hebben een beter protocol. In Nederland maken artsen kennelijk geen inschattingsfouten.
Amsterdam, 15 augustus 2013,
Arie Bos
Ik deel de visie van Arie Bos en kan mij vinden in zijn opmerking over de ‘onfeilbare’ Nederlandse arts.
Amsterdam, 15 augustus 2013,
Guus van der Bie
De uitzending van de EO 15/8 jl gaat over een verkeerd gelopen orgaandonatie in Denemarken. Ze laat zien hoe wetenschappelijke metingen toch weer afhankelijk zijn van menselijke beoordelingen. In zekere zin is het goed mogelijk een protocol op te stellen, dat aan vrijwel alle eisen die men maar kan bedenken, voldoet, maar in de praktijk is het veelal een heel ander verhaal.
De beademing wordt gestaakt n.a.v. een beoordeling van de MRI, die een onvermijdbare hersendood leek te voorspellen. Zakt iemand dan meteen helemaal weg, dan zou ze sterven en orgaandonatie niet meer kunnen. Dat gebeurde ook niet. Ook wordt de drain, die te hoge hersendruk voorkomt, verwijderd en niet teruggeplaatst. Ondertussen wordt de familie toestemming gevraagd voor orgaandonatie. Maar 24 uur na het stoppen van de beademing komt de patiënte tot bewustzijn.. Achteraf, door een ertoe uitgenodigde hoogleraar, wordt de MRI in tegenovergestelde zin beoordeeld. Maar bij onze patiënte is nu wel een dag lang de zuurstofvoorziening naar de hersenen verder gedaald, en desondanks komt zij onverwacht bij kennis… en dan natuurlijk met meer hersenschade, hetgeen, achteraf gezien, voorkomen had kunnen worden. Kennelijk zat bij het behandelend team niet haar leven, maar haar orgaandonatie vóór in het hoofd!
Hobrede, 15 augustus 2013,
Pieter Zee
Ik ben het met de reacties van Arie Bos, Guus van der Bie en Pieter Zee eens. Maar het was niet alleen falen van de artsen: de richtlijnen voor orgaandonatie in Denemarken zijn wel degelijk naar aanleiding van dit geval veranderd. Verder lijkt het in Nederland lang niet altijd volgens de richtlijnen te gaan. Wanneer mag je de familie van een patiënt in coma wijzen op de mogelijkheid van orgaandonatie, wanneer mag je toestemming vragen voor ‘postmortale ‘orgaandonatie ( alleen indien de diagnose hersendood definitief is gesteld), wanneer mag je beginnen met orgaan-beschermende maatregelen bij een patiënt in coma, wanneer mag je orgaandonatie aankaarten bij patiënten met een sombere prognose, waarbij DCD ( donatie na circulatie-stilstand = non-beating heart donation) wordt overwogen, wanneer is er zekerheid over een sombere prognose bij patiënten in coma ( zie de documentaire) . In het geval in Denemarken werden allemaal maatregelen genomen ( onthouden) om de diagnose hersendood te bereiken…Ook werd er geen hypothermie toegepast. Ook een apnoe test werd niet verricht, terwijl wel de beademing werd gestopt. Men kreeg de indruk dat er eerder gedacht werd aan een mogelijke bron van organen, dan dat een patiënte in coma alle mogelijke behandelingen kreeg toegediend.
Het belangrijkste schijnt te zijn dat zelfs met goede richtlijnen er fouten kunnen worden gemaakt, en dat er steeds situaties zullen blijven bestaan waarbij geen 100% zekerheid over de prognose van een patiënt te geven is. Met soms dramatische gevolgen….
Velp, 15 augustus 2013,
Pim van Lommel
Leave a Reply